
Door: ERIC SMIT
Publicatie: Follow The Money, 16-11-2017
Het monstrueuze prijskaartje dat aan de afschaffing van de dividendbelasting hangt, laat zien hoezeer de huidige politiek door de belangen van het grootbedrijf wordt gestuurd.
Mark Rutte houdt wel van een wedstrijdje. Als liberaal vindt hij het wenselijk dat we met z’n allen lekker wedijveren. Dat is niet alleen gezond voor lijf en leden, het houdt de geest scherp en haalt het beste in mensen naar boven. Zijn nieuwe kabinet investeert dan ook stevig in topsport: 10 miljoen erbij. Die centen leveren hoogstwaarschijnlijk meer Olympische medailles op, met als bonus een veelvuldig hossende koning in het Holland Heineken House. Het is maar goed ook dat Rutte III extra in sport investeert, want we dreigen als sportland weg te zakken, zo rekenden het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIVM) onlangs nog uit.
Sportief van Rutte is dat hij zelf het goede voorbeeld geeft: ook hij is sinds kort verwikkeld in een hevige concurrentiestrijd. Daartoe liet hij zich onder andere verleiden door de topman van het voedingsmiddelenconcern Unilever, het bedrijf waar Rutte ooit zijn loopbaan begon: duurzame Paul Polman.
De wedstrijd gaat erom welk land het beste vestigingsklimaat voor multinationale ondernemingen biedt, zo liet Rutte in een brief aan de Kamer weten. De tegenstander die hem uitdaagt is het Verenigd Koninkrijk; de inzet zijn met name de twee giganten die zowel Brits als Nederlands zijn: Unilever en Shell. Van de laatstgenoemde onderneming speelde een commissaris – Gerrit Zalm – nog een belangwekkende rol bij de formatie van team Rutte III, maar dat terzijde.
‘Dit kan toch niet waar zijn?’
De eerste kogel die Rutte richting het perfide Albion schiet, draagt de woorden ‘afschaffing dividendbelasting’. De Britten hanteren het nultarief; dat kunnen wij ook, kreeg hij door Unilever, Shell. Philips, AkzoNobel en de lobby van werkgeversorganisatie VNO-NCW ingefluisterd.
Hoog spel
Dat de economische opbrengsten van het afschaffen van de dividendbelasting volgens de meeste economen nihil zullen zijn, is een detail waar onze Mark samen met coalitiegenoten Buma, Pechtold en Segers kennelijk overheen heeft gekeken. En dat is ook niet zo gek: ze hebben niets laten doorrekenen, niets laten onderzoeken — het viertal is na de gesprekken met de corporate lobby simpelweg gaan ‘geloven’ en gaan ‘taxeren’ dat het afschaffen van de dividendbelasting een goede zaak is, zo bleek woensdag tijdens het debat in de Kamer. ‘Dit kan toch niet waar zijn?’, mompelde ik toen ik dat vernam.
‘Rutte speelt hoog spel,’ zei econoom Harald Benink eerder al in de Telegraaf. ‘Ik mis elke inhoudelijke onderbouwing waarom dit nodig zou zijn. Wat hebben bedrijven hieraan?’ NRCsuggereerde ‘chantage’ als reden waarom team Rutte III door de knieën ging. Dat lijkt mij een beetje overdreven. Rutte weet gewoon goed hoe hij enkele multinationals moet behagen, daarvoor hoeft hij helemaal niet onder druk te worden gezet. Daarnaast is het toch hartstikke leuk dat onze premier met zijn derde kabinet lekker competitief bezig is?
Het probleem is hier alleen dat hij – nota bene op voorspraak van duurzame Paul Polman – een nogal ruïneuze race to the bottom lijkt te willen winnen. Want dat is waar die wedstrijdjes in aantrekkelijke belastingtarieven uiteindelijk toe leiden: naar het laagste punt. En de rekening? Die betalen u en ik.
“Een wedloop aangaan met een land dat sterke neigingen tot zelfdestructie vertoont, lijkt mij onverstandig”
De vraag is niet alleen hoe democratisch dat is — ik had er graag iets over in de verkiezingsprogramma’s gelezen — de vraag is ook of het inmiddels openbare bod van de afschaffing van de dividendbelasting op termijn genoeg zal zijn om het hoofdkantoor van Unilever en Shell voor ons land te behouden. Ten eerste: een wedloop aangaan met een land dat sinds enige tijd sterke neigingen tot zelfdestructie vertoont, lijkt mij uit strategische overwegingen onverstandig. Je weet bij voorbaat dat dit type tegenstanders tot het uiterste zullen gaan. En verder.
Ten tweede: Rutte III scoort weliswaar de gelijkmaker met de afschaffing van de dividendbelasting, maar het lijkt mij dus bepaald niet waarschijnlijk dat de Britten – eveneens grote sportliefhebbers – het erbij zullen laten. Onder aanvoering van historicus en minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson zullen nationalisten vast de tocht naar Chatham van admiraal Michiel de Ruyter nog wel even in herinnering willen brengen. Bij deze historische zeeslag – in het Verenigd Koninkrijk bekend als The Dutch Raid – voer de Hollandse vloot onder aanvoering van De Ruyter de rivier de Theems op en vernederden onze voorvaderen de Engelsen door onder andere het vlaggenschip de HMS Royal Charles mee naar Nederland te slepen. Die verdomde Hollanders zullen toch niet weer zo makkelijk weg komen?
‘No way! We shall fight on the beaches,’ hoor ik Johnson al scanderen, met zijn heimwee naar het roemrijke Britse verleden. ‘Never, never surrender!’ De Brexit-wanhoop aan de overzijde van het Kanaal is inmiddels zo groot dat we de komende tijd ongetwijfeld mogen rekenen op een royaal gebaar richting de multinationals die overwegen hun hoofdkantoor uit de Londense City terug te trekken — of juist overwegen er naartoe te gaan.
Oftewel: ‘de gok’, zoals VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff het belastingdoceurtje voor buitenlandse aandeelhouders van Nederlandse grootbedrijven treffend omschreef, kon weleens verkeerd uitpakken. Sterker nog: in feite gebeurt dat al, want volgens een groot aantal economen gaat deze gok Nederland alleen maar heel veel geld kosten.
1,4 miljard per jaar
En toch waagt ons nieuwe kabinet het erop. Nu goed, dan wil ik weleens weten hoeveel er nou precies op het groene laken ligt. Hoe groot is die gok van Rutte-III, uitgedrukt in euro’s?
Overal in de pers werd dat bedrag genoemd, maar nergens kon ik de redenatie vinden
Het antwoord dat overal wordt genoemd: 1,4 miljard euro. Per jaar.
Maar, zo vroeg ik me af toen een goede kennis mij op basis van de gepubliceerde cijfers voorrekende dat het totale dividend dat Nederlandse beursfondsen in 2016 uitkeerden zo’n 21,5 miljard (21.549.928.544) euro is: klopt dat bedrag eigenlijk wel?
Als je nagaat dat naar alle waarschijnlijkheid minimaal 75 procent van alle aandeelhouders van die fondsen buitenlands is, dan kom je uit op een bedrag van 2.424.366.961 euro (15 procent van 75 procent van 21,5 miljard). Dat is ruim een miljard meer dan de genoemde 1,4 miljard. Tot in lengte van jaren — althans, zolang de bedrijven de winsten blijven maken en de dividenden blijven uitkeren.
Ik wilde dan ook graag weten hoe die 1,4 miljard werd onderbouwd. Overal in de pers werd dat bedrag genoemd, maar nergens kon ik de redenatie vinden hoe men op dat bedrag was uitgekomen. Ik belde het Centraal Planbureau; dat verwees mij door naar het ministerie van Financiën. ‘U vindt het in de miljoenennota,’ hoorde ik toen.
Natuurlijk! Waarom had ik daar niet eerder aan gedacht? Je kunt die cijfers overigens ook terugvinden in het jaarverslag van het Rijk. ‘Het bedrag van € 1,4 miljard betreft de netto-opbrengst van de dividendbelasting,’ zo liet de staatssecretaris van Financiën dinsdag nog weten aan Kamerlid Renske Leijten van de SP — die het ook was opgevallen dat de inkomsten van de dividendbelastingen hoger liggen. ‘Het verschil tussen de bruto-opbrengst en de netto-opbrengst is de verrekening van de dividendbelasting door belastingplichtigen in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting,’ aldus de staatssecretaris.
De afschaffing komt overigens vooral buitenlandse overheden ten goede, zo toonde Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) aan. Van de 1,4 miljard verdwijnt 1,1 miljard in de staatskassen en komt 300 miljoen ten goede aan aandeelhouders.
Wat hadden we als samenleving niet allemaal met dat geld kunnen doen?
Om precies te kunnen becijferen wat het besluit van Rutte III in totaal kost, wil je weten wat die 1,4 miljard per jaar op dit moment waard is. Om dat bedrag te vinden, hanteer je de zogenoemde discounted cashflow-methode: daarmee bereken je de ‘contante waarde’ van een kasstroom. In de Londense City en aan de Zuidas doen ze niet anders. Je kunt het ook zo voorstellen: als ik nu jaarlijks 1,4 miljard aan dividendinkomsten heb en ik wil die nu te gelde maken, hoeveel krijg ik dan?
Wanneer het over dividenden gaat, gebruik je de dividend discount-methode. Die komt op hetzelfde neer. Het is een simpele berekening: je deelt de jaarlijkse netto-dividendstroom van 1,4 miljard door een gangbaar rentepercentage. In dit voorbeeld gebruiken we de zogenoemde ‘dividend yield’ van de AEX-index. Die is op dit moment 3,2 procent. Dan kom je uit op een totaalbedrag van 43,75 miljard — ongeveer 15 procent van ons bruto nationaal product. Neem je 1 miljard als jaarlijkse netto-dividendopbrengst, dan kom je op 31,25 miljard miljard uit. Je kunt natuurlijk ook met het rentepercentage spelen.
De uitkomst is duidelijk: je mag gerust stellen dat aan deze gok van Rutte een monstrueus prijskaartje hangt. In de toekomst loopt de Nederlandse overheid, afhankelijk van de gehanteerde rentevoet, tussen de circa 31 en 44 miljard euro mis. Wat hadden we als samenleving niet allemaal met dat geld kunnen doen?
Mogelijk dat Rutte na zijn gesprekken met de topmannen van Unilever, Shell, Philips en AkzoNobel denkt dat hij net als Michiel de Ruyter een historische heldendaad verricht heeft, één waarover nog eeuwen zal worden gesproken. En ja: geschiedenis gaat Rutte schrijven. Dat lijdt geen twijfel. Ik denk alleen dat zijn race naar de bodem met de Britten vooral bekend zal komen te staan als het moment waarop de Nederlandse burger – of deze nou links of rechts stemt – definitief doorkreeg hoezeer de politiek door corporate belangen wordt gestuurd.