Deze week werd bekend dat Goldman Sachs eind 2017 bij monde van José Manuel Barroso, voormalig voorzitter van de Europese Commissie, een privaat onderhoud heeft gehad met de huidige vice-voorzitter van diezelfde Europese Commissie. In het geniep, en in strijd met zijn eerdere beloften. Reden voor Ewald Engelen om de sociaaldemocraat eens goed de les te lezen.
Beste José Manuel,
Zo ben je dan plotseling, in de ogen van de wereld, de belichaming van de kloof tussen burger en politiek geworden. De vleesgeworden zakkenvuller.
Je begon je carrière in de hete nadagen van de Portugese anjerrevolutie. Je was als student politiek geëngageerd en was uiteraard links, zeer links kan je wel zeggen. Je was de leider van de Maoïstische studentenfractie aan de universiteit waar je destijds studeerde. Alles was politiek, was destijds het adagium, en het bestuur van de universiteit moest in handen komen van kleine, zelfsturende communes, bestaande uit studenten en staf.
Maar erg diep zat je radicalisme niet. Een paar jaar later, nadat je jezelf in de publieke kijker had gedemonstreerd, stapte je over naar de sociaal-democratische partij waar je nog steeds lid van bent. Het was de keuze van je leven: links en toch acceptabel; progressief en toch salonfähig; vooruitstrevend maar zonder aanstoot. Het bleek het perfecte glijmiddel voor een politieke carrière die typerend is voor het incestueuze spelletje dat democratische politiek in West-Europa en Noord-Amerika is geworden.
Want je hebt nooit een bedrijf geleid, een pijpleiding aangelegd, een bejaarde verzorgd, een kleuter leren lezen, een brand geblust of een weg geasfalteerd. Het enige wat je hebt gedaan, is op het juiste moment op het juiste politieke paard gewed. En standpunten braken waar niemand aanstoot aan zou kunnen nemen, maar die wel betrouwbaarheid en kundigheid suggereerden.
Er gingen maanden voorbij zonder dat je een kiezer tegenkwam
En zitvlees heb je gekweekt, bergen aan zitvlees. Om pijnloos die eindeloze partijvergaderingen te overleven.
Voor je partijtrouw ben je rijkelijk beloond. In 1985 werd je staatssecretaris van binnenlandse zaken; in 1987 werd je als beloning voor je dienstbaarheid aan het zittende kabinet en je bereidheid tot het sluiten van ideologische compromissen bevorderd tot staatssecretaris voor buitenlandse zaken. Je mocht op reis, eerste klas vliegen en een internationaal netwerk aanleggen dat je later nog goed van pas zou komen.
Vijf jaar later schopte je het zelfs tot minister. Je revolutionaire aandriften van weleer had je inmiddels allang ingeruild voor ambities die eerder egocentrisch waren dan altruïstisch. Dit ondanks dat je je welvaartsstijging legitimeerde met een beroep op de grote diensten die je aan het bevorderen van het publieke belang zou hebben verleend. Je at, dronk, reed en woonde er goed aan.
Er gingen maanden voorbij zonder dat je een kiezer tegenkwam. Je sprak alleen soortgenoten: professionele politici en bestuurders die democratie verwarden met technocratie. Die burgers, verkiezingen en democratie maar eigenlijk lastige stoorzenders vonden.
“Na de doden in Irak, konden die Griekse, Ierse, Spaanse, Portugeze en Nederlandse zelfmoorden er ook nog wel bij”
Weer zeven jaar later werd je verkozen tot partijleider. Je ademde de technocratische professionaliteit die in het tijdvak van de derde weg doorging voor grote-mensen-politiek en die niets meer te maken had met wat ooit de wortels van de sociaal-democratie waren geweest: kapitalismekritiek en maatschappijverandering om de zwakken en kwetsbaren te helpen.
Drie jaar later won je de Portugese verkiezingen en werd je premier. Het was het voorlopige hoogtepunt van een typisch post-politieke carrière. In 2003 was je de gastheer van Bush jr., je Spaanse collega Aznar en klassenverrader Blair en tekende je voor de desastreus verlopen invasie van Irak. De doden die jouw gastheerschap mede mogelijk gemaakt hebben, hebben geen krasje op je ziel achtergelaten. Net als Blair verdedig je nog altijd je beslissing van toen.
Dat je handen gedrenkt waren in bloed, kon ook je Europese collega’s niet deren. In 2004 werd je benoemd tot voorzitter van de Europese Commissie, een functie die je tien jaar hebt uitgeoefend en waarin je medeverantwordelijk bent geworden voor het rampzalige begrotingsbeleid dat de Europese instellingen hebben georkestreerd nadat de grote financiële crisis, via de band van zwaar ondergekapitaliseerde Europese grootbanken, grote gaten in de begrotingen van Europese lidstaten had geslagen.
Na de honderdduizenden doden in Irak, konden die tienduizenden gevallen van Griekse, Ierse, Spaanse, Portugeze en Nederlandse zelfmoorden er ook nog wel bij. De Grieken hadden het immers aan zichzelf te wijten en het hogere doel van Europese integratie vereist nu eenmaal offers, zo hielden jij en je technocratische collega’s elkaar voor.
Als het brood op is, kunnen ze toch cake eten?
Het zou het hoogtepunt van je politieke carrière zijn. Alles had je te danken aan de mars door de instituties die jij had gelopen. Van maoïstische studentenleider naar neoliberale voorzitter van een ten diepste ondemocratische Europese Commissie. Het is de droom van iedere post-politieke technocraat. Alles had je aan de politiek, en dus uiteindelijk aan de burger te danken. Je carrière, je salaris, je auto, je zelfrespect, je zelfvertrouwen, je vrouw, je gezondheid, je huis en je netwerk.
Maar die burger, die kwam je nooit meer tegen. Het was jaren geleden dat je voor het laatst een kiezer had gesproken. En dat zij aan de wieg stond van jouw succes, was je gemakshalve vergeten. Eigen verdienste, dat was de reden van je succes, je eigen voortreffelijkheid, je scherpe verstand, je beminnelijkheid, je vermogen om knopen door te hakken, mensen met elkaar te verbinden, et cetera.
En dus zag je er geen been in om in te gaan op het aanbod van Goldman Sachs om bij hen voor een Godsvermogen op de loonlijst te komen. Verbaasd was je over de publieke ophef: ik heb mij toch ruim twintig jaar voor een habbekrats voor de publieke zaak ingezet? Daarbij vergeleek je je eigen tonnensalaris met het miljoenensalaris van de bankiers die jou hadden ingehuurd: wat zeurt dat gepeupel nou? Als het brood op is, kunnen ze toch cake eten?
Je snapte nog nét dat er een gebaar moest worden gemaakt. Er waren immers de laatste jaren teveel ongeletterden die tijdens verkiezingen de stemhokjes onveilig maakten en stemming maakten tegen de verdere federalisering van Europa. Schoorvoetend beloofde je dat je niet bij je voormalige collega’s zou lobbyen voor je nieuwe broodheer.
Het demonstreert haarfijn het dédain van Europese politici voor iedere vorm van politieke moraliteit
Het was voor de bühne. Je wist dat je makkers, net als jijzelf, wel beter wisten. Dat ze een telefonisch verzoek om een kort onderhoud toch niet zouden weigeren, en dat ze de ontmoeting keurig buiten de boeken zouden houden.
En zo geschiedde. Deze week werd dankzij fantastisch spitwerk van het onvolprezen Corporate Europe Observatory bekend dat Goldman Sachs eind 2017 bij monde van José Manuel Barroso een privaat onderhoud heeft gehad met de vice-voorzitter van de Europese Commissie, Jyrki Katainen. Het druist regelrecht in tegen de plechtige beloftes die Barroso ten overstaan van de ethische commissie van het Europees Parlement heeft gedaan. En het demonstreert haarfijn het dédain van Europese politici voor iedere vorm van politieke moraliteit.
Vind je het dan gek dat kiezers uitwijken naar de linker- en rechterflank? Vind je het gek dat elites worden uitgekotst? Vind je het gek dat burgers genoeg hebben van technocraten? Vind je het gek dat het Europese project met groeiende argwaan wordt bekeken?