Alleen de democratie kan groeiende ongelijkheid stoppen

Alleen de democratie kan groeiende ongelijkheid stoppen

06-03-18 09:49:00,

Ook jouw gemeente krijgt steeds meer taken en dus macht. Lokale journalisten zijn steeds minder in staat om deze macht te controleren. Daarom gaat Follow the Money lokaal.

De ongelijkheid in inkomens en vermogens neemt in de hele westerse wereld — ook in Nederland — al zo’n veertig jaar gestaag toe. Hoe komt dat? Wat zijn de gevolgen? En, belangrijker: wat kunnen we eraan doen?

In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-III komen de woorden ‘inkomensongelijkheid’en ‘vermogensongelijkheid’ niet één keer voor. Dat is opmerkelijk, want Thomas Piketty — de Franse auteur van het geruchtmakende boek Kapitaal in de 21ste eeuw — was in november 2014 nog te gast in de Tweede Kamer om de problematiek rondom ongelijkheid toe te lichten.

In Nederland blijkt de belangstelling voor deze problematiek echter sterk te zijn gebonden aan partijpolitiek. Van de regeringspartijen besteedt alleen de ChristenUnie in haar laatste verkiezingsprogramma expliciet aandacht aan inkomens- en vermogensongelijkheid; VVD en CDA doen dat niet. Bij D66 valt het woord ‘ongelijkheid’ vier keer, maar dan met name in relatie tot kansen op onderwijs.

De linkse oppositiepartijen besteden er in hun verkiezingsprogramma’s — net als de ChristenUnie — zeker aandacht aan, maar deze kant van het politieke spectrum heeft geen machtspositie verworven bij het electoraat. De democratie is kennelijk nog niet voldoende gemotiveerd om de groeiende ongelijkheid een halt toe toe te roepen.

Inkomens- en vermogensongelijkheid neemt wereldwijd toe

En dat terwijl de ongelijkheid sinds het begin van de jaren tachtig in veel landen toeneemt. Het World Inequality Report (uitgebracht op 14 december 2017 door de Paris School of Economics) bevat een grote hoeveelheid data die alle in dezelfde richting wijzen: een mondiaal stijgende sociaaleconomische ongelijkheid. De auteurs signaleren wereldwijd sinds 1980 een toenemend verschil in inkomens en vermogens, zij het dat de mate waarin dit gebeurt per regio (sterk) verschilt.

“Nederland komt er qua inkomensongelijkheid nog goed vanaf”

Zo ontving de top 1 procent qua inkomen in 1980 zowel in de VS als in Europa ongeveer 10 procent van het nationaal inkomen (vóór belasting). In 2016 was dit percentage in de VS opgelopen tot 20 procent; in Europa tot 12 procent. In Noord-Amerika verdienden in 2016 de 10 procent best betaalden 47 procent van het nationaal inkomen,

 » Lees verder