Europese vrijhandelsverdragen: werk als wisselgeld

Europese vrijhandelsverdragen: werk als wisselgeld

25-07-18 06:37:00,

Met Donald Trump in het Witte Huis probeert de Europese Commissie zichzelf op te werpen als beschermer van wereldwijde vrijhandel. Maar achter de schermen ontvouwt zich een schimmig spel dat complete industrietakken tegen elkaar uitspeelt, en banen reduceert tot wisselgeld.

Dit stuk in 1 minuut

  • Op dit moment onderhandelt de EU achter gesloten deuren over een vrijhandelsverdrag met het Zuid-Amerikaanse handelsblok Mercosur. De lidstaten (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) produceren op grote schaal soja, suikerriet, ethanol, fruit en vooral veel goedkoop vlees.
  • Dat vlees wordt in Europa tot dusver maar in beperkte hoeveelheden toegelaten. Al sinds 1999 proberen de EU en Mercosur daarom een handelsverdrag te sluiten dat zulke barrières moet wegnemen.
  • Als tegenprestatie zou Mercosur de invoertarieven op o.a. Europese auto’s elimineren: een uitgelezen kans voor Europese (auto)bedrijven om toegang te krijgen tot de opkomende middenklasse in metropolen als Rio de Janeiro of Buenos Aires.
  • Maar Europese boeren maken zich zorgen. Als dit verdrag van kracht wordt, kunnen zij niet meer concurreren met de agrarische producten uit Zuid-Amerika. Dit zal veel boerenbedrijven de kop kosten. Europese boeren worden op het offerblok gelegd, om de (Duitse) auto-industrie te dienen.
  • In het hoofdkantoor van de Europese Commissie in Brussel werken honderden verschillende werkgroepen, experts, economen, onderhandelingsteams en adviseurs. Hoe wordt besloten wanneer de belangen van bijvoorbeeld Volkswagen voorrang krijgen, en wanneer er wordt gelet op de Europese boeren of regionale baanzekerheid, blijft onduidelijk.


Lees verder

Het is zonnig in de Oost-Duitse Uckermark. De dunbevolkte streek ligt ruim een uur rijden boven Berlijn, tegen de Poolse grens aan. In de glooiende landschappen wisselen natuurgebieden, graanvelden en veeboerderijen elkaar af. Er worden asperges en aardbeien geteeld voor de boerenmarkten in Berlijn; het graan gaat via de Oostzeehaven van Rostock naar Noord-Afrika.

Verreweg het meeste geld verdienen de Oost-Duitse boeren met de productie van vlees en melk, vertelt Udo Hemmerling van brancheorganisatie Deutschen Bauernverbandes (DBV): ‘Dertig jaar na de ineenstorting van de DDR is landbouw hier nog relatief bepalend binnen de economie. Er is weinig industrie en de meeste boerderijen zijn grootschaliger en arbeidsintensiever dan de familiebedrijven die je in West-Duitsland of Nederland ziet. Voor de werkgelegenheid is het dus cruciaal dat boeren concurrerend blijven.’

Maar Hemmerling maakt zich zorgen over toekomst van de Oost-Duitse boer.

 » Lees verder