13-09-18 09:07:00,
Vanuit de gevangenis heeft Lula da Silva met een open brief zijn vroegere minister van onderwijs Fernando Haddad aangeduid als kandidaat voor de komende presidentsverkiezingen van 7 oktober 2018. Dit is de volledige tekst van zijn oproep.
Beste vrienden en vriendinnen,
U weet waarschijnlijk al dat de rechtbank mijn kandidatuur voor het presidentschap heeft verboden. In werkelijkheid verboden ze het Braziliaanse volk om vrij te stemmen om de trieste realiteit van het land te veranderen.
Ik heb onrecht nooit aanvaard en zal het ook nooit aanvaarden. Reeds meer dan 40 jaar marcheerde ik samen met de mensen voor gelijkheid in Brazilië en voor zijn hervorming tot een beter en eerlijker land. Samen stapten we door ons land waar we met eigen ogen het brandend leed en hoop van onze mensen zagen. Ik zag hun verontwaardiging over alles wat verkeerd liep en hun wens om hun leven te verbeteren.
Om zoveel onrecht aan te pakken en terug hoop in de toekomst te bieden heb ik besloten terug kandidaat te zijn voor het presidentschap. Ondanks leugens en vervolging heeft het volk mij omarmd in de straten en bracht het ons aan de leiding in alle opiniepeilingen.
Meer dan vijf maanden reeds ben ik ten onrechte gevangen. Ik beging geen enkele misdaad maar werd al door de media veroordeeld lang vóór mijn proces. Nog steeds hebben rechter Sergio Moro, aanklager in het onderzoek Lava Jato1 en de Federale Rechtbank van de Vierde Regio in Porto Alegre geen enkel fysiek bewijs tegen mij gevonden, je kunt niemand veroordelen voor misdaden die ze niet begaan hebben, of voor geld dat niet gebruikt werd voor niet nader bepaalde zaken.
Ik ben ervan overtuigd dat dit een showproces is, een politieke wraak, altijd met behulp van excessieve maatregelen tegen mij. Wat zij willen is niet de detentie en het verbod (van de kandidatuur) van burger Luis Inácio Lula da Silva. Ze willen het project Brazilië verbieden dat de meerderheid heeft goedgekeurd in vier opeenvolgende verkiezingen en dat alleen werd onderbroken door een staatsgreep tegen de wettig verkozen president (Dilma Rousseff) die geen misdaad heeft begaan noch het land in chaos heeft gestort.
Jullie kennen me en weet dat ik nooit de strijd zal opgeven. Ik heb mijn levensgezel Marisa verloren2 en ben droevig over wat mijn familie is overkomen,