24-10-18 05:33:00,
Terwijl ING een campagne lanceert over duurzaam beleggen (“Goed voor uw toekomst en die van mij”), roept een coalitie van ngo’s in België en Nederland de bank tot de orde. De investeringen van ING in controversiële palmolie bedrijven zoals SOCFIN zijn absoluut niet duurzaam. Om deze wantoestand onder de aandacht te brengen voerde de coalitie van ngo’s daarom dinsdag 23 oktober actie voor de hoofdzetel van ING in Brussel.
“ING moet stoppen met mensen een rad voor de ogen te draaien,” verklaart Florence Kroff van FIAN namens de coalitie van ngo’s. “Op papier beweert ING zich te houden aan milieu- en sociale criteria in risicosectoren zoals de palmoliesector. Maar we hebben kunnen merken dat de bank zich hier in de praktijk niet aan houdt en dat commerciële belangen de bovenhand krijgen.” Een coalitie van ngo’s heeft daarom woensdag 23 oktober actie gevoerd voor de hoofdzetel van ING in Brussel.
Al meer dan twee jaar is er een dialoog gaande tussen de ngo’s en ING over de financiering van het palmoliebedrijf SOCFIN, een Belgisch-Luxemburgs bedrijf dat gespecialiseerd is in industriële palmolie en rubberplantages. De wantoestanden op deze plantages op het gebied van mensenrechten en milieu zijn uitgebreid gedocumenteerd in rapporten van farmlandgrab.org, grain.org, fian.be en projet-react.org.
Een vertegenwoordiger van MALOA, een organisatie in Sierra Leone die opkomt voor de rechten van lokale gemeenschappen getuigt: “SOCFIN heeft zich in 2011 18.000 hectare van ons land toegeëigend. Onze leiders hadden geen keus. Onze dorpen zijn nu omringd door oliepalmen en daardoor hebben we geen land meer om ons eigen voedsel te produceren. We hebben geen geld meer om onze kinderen naar school te sturen. Onze leiders worden gecriminaliseerd en veel jongeren zitten onterecht in de gevangenis omdat ze beschuldigd worden van het stelen van oliepalmvruchten.”
ING beweert bepaalde internationale standaarden toe te passen en refereert daarbij aan de Wereldbank. Nochtans heeft de Wereldbank zelf in 2016 een lening van 150 miljoen euro geweigerd aan SOCFIN, omdat het bedrijf niet voldeed aan deze internationale standaarden. De beslissing van de Wereldbank volgde bovendien op een uitspraak van het Nationaal Contactpunt van de OESO in België. Daarbij werden de partners van SOCFIN verzocht om onderzoek te voeren naar tekortkomingen in de plantages van SOCFIN in Kameroen.